
Een eerste fundamenteel kenmerk van de werking van de CAR is de interdisciplinaire samenwerking. De multidisciplinaire samenstelling van de teams zorgt voor de noodzakelijke deskundigheid om tegemoet te komen aan complexe problematieken.
De teamleden stemmen hun individuele werkzaamheden op elkaar af vanuit een gezamenlijke visie en op basis van een geïntegreerd plan. De participatie van de zorggebruiker wordt nagestreefd op het individueel niveau, op het gezinsniveau en op het omgevingsniveau.


De meeste therapieën gaan door in de centra. In bepaalde gevallen zullen de hulpverleners zich echter ook verplaatsen om een aanbod op verplaatsing te verzorgen.
Ambulante revalidatie streeft ernaar de zorggebruiker zo lang en zo goed mogelijk te laten functioneren in zijn natuurlijk milieu.
Het team streeft geïndividualiseerde doelstellingen na met aangepaste werkvormen. Deze krijgen vorm in een behandelplan op maat, dat wordt opgesteld door de zorggebruikers en het behandelend team in een nauwe samenwerking.


De zorggebruikers zijn eigenaar van hun revalidatieproces en worden daarom actief betrokken bij de onderzoeken en de behandelingen. Deze betrokkenheid kan gaan van informatie-uitwisseling, bijwonen van en participeren aan diagnostische en therapeutische sessies, tot actieve deelname aan bijeenkomsten in groep.
Er is ruimte voor deskundigheidsbevordering door een permanent bijscholings- en vormingsaanbod en door intern overleg.
Daarnaast werkt het team mee aan relevante wetenschappelijke onderzoeksprojecten.


Zowel de onderzoeksfase als de behandelingsfase is beperkt in duur. De onderzoeksfase kan maximaal 3 maanden duren en de maximale behandelingsduur is afhankelijk van de doelgroep waartoe de zorggebruiker behoort. Jaarlijks worden de vorderingen geëvalueerd en wordt de behandeling verdergezet als er een prognose van verbetering blijft in de context van ambulante revalidatie.
Bij kinderen op schoolleeftijd is de samenwerking met de leerkrachten en de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) essentieel, zowel op het vlak van het leren als op het psychosociaal functioneren.
Andere hulpverleningsvormen kunnen zijn: de Centra voor Ontwikkelingsstoornissen (COS), thuisbegeleidingsdiensten, Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGGZ), huisartsen, geneesheren-specialisten, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, enz.
